Digitaal aanleveren van wedvluchtbescheiden

Na inkorving en na aanslaan
Op de onlangs in maart gehouden Algemene Vergadering NPO zijn de reglementen enigszins aangepast. Dit naar aanleiding van voortschrijdend inzicht en ervaringen die de laatste jaren zijn opgedaan. In deze publicatie besteden we dan ook aandacht hoe we met onze wedvluchtbescheiden dienen om te gaan zowel na inkorving als afslaan.
Bij de invoering van de EC-systemen, de daarbij behorende software en de introductie van de computer binnen onze sport is het UDP-formaat ontwikkeld.
Het UDP-formaat is een protocol om concoursgegevens in digitale vorm uitwisselbaar te maken tussen rekencentra. Het bestaat nu ongeveer een twaalftal jaren en is op basis van voortschrijdend inzicht en in nauwe samenwerking met de leveranciers van applicatiesoftware diverse malen geüpdate.
Het UDP-formaat is bedoeld voor alle in digitale vorm aangeleverde wedvluchtbescheiden ofwel concoursgegevens, dus ook voor de traditioneel geklokte duiven die met een verenigingscomputer in digitale vorm worden omgezet. Een UDP-bestand bevat gegevens van één vlucht. Van deze vlucht zijn de gegevens van één of meerdere niveaus aanwezig. Dit hoeven niet noodzakelijkerwijs de gegevens van alle niveaus te zijn. In diverse stadia van een vlucht is het mogelijk de op dat moment beschikbare gegevens op te slaan in een UDP-bestand. Met andere woorden: de gegevens kunnen zowel betrekking hebben op een vlucht die ingemand maar nog niet gelost is, als op een vlucht die gelost is en waarvan de duiven geconstateerd zijn.
Het UDP-formaat richt zich primair op het vastleggen van de wedvluchtgegevens die minimaal nodig zijn voor het reglementair uitrekenen van een concours. Ook biedt het UDP-formaat de mogelijkheid om indirecte wedvluchtgegevens op te nemen en onderling uit te wisselen.
Historie Uniforme Digitale Poulelijst ofwel UDP-formaat
Het UDP-formaat is door de NPO vastgesteld. Er zijn de laatste jaren diverse versies van het UDP verschenen. Tot 2003 werd het UDP’99-formaat gebruikt. In 2004 is het UDP2004-formaat geïntroduceerd. Vanaf 2005 is dat regelmatig iets uitgebreid en aangepast tot in februari van 2008 het UDP2008-06 formaat is vastgesteld.

De naam van UDP-bestanden is sinds het UDP2004-formaat als volgt opgebouwd:

SX990000.EXT

S = Status: D =Deelname (na afsluiting inkorving), W = Wedvlucht (compleet met aankomsten).
X = Vluchtsoort: V = Vitesse, M = Midfond, E = Eendaagse Fond, O = Overnacht-fond, J = Jonge Duiven, N = Natour, Z = Zuid-Limburgse Unie (ZLU)
99 = Vluchtnummer (eventueel binnen vluchtsoort).
0000 = Verenigingsnummer.
Vrije tekst = tekst die de gebruiker zelf mag invullen.
EXT = Vaste extensie: UDP = universele digitale poulebrief, UDV = bijbehorend voorloopbestand (voorloopbrief).

Het bovenstaande kan als volgt worden samengevat:
De naam van een UDP-bestand eindigt altijd op ‘UDP’. Als er nog geen aankomsten beschikbaar zijn dan begint de naam met een ‘D’ (deelnamegegevens).

Als het bestand wel aankomsten bevat dan begint de naam met een ‘W’ (wedvluchtgegevens). De gegevens van de geopende vlucht worden hierin weggeschreven. Er wordt automatisch ook nog een tweede bestand aangemaakt. Dit is de voorloopbrief. Hierin staan de belangrijkste zaken met betrekking tot het echte UDP-bestand nog even kort op een rijtje. De naam van dit bestand eindigt op ‘UDV’.
Controlegetallen UDP
Ieder UDP-bestand bevat controlegetallen die een indicatie kunnen geven over eventuele wijziging (manipulatie) van de gegevens. Deze controlegetallen zijn ook opgenomen in de voorloopbrief en/of voorloopbestand (*.udv).
Rekencentra dienen bij ieder deelnemend lokaal de controlegetallen uit het UDP-deelnamebestand (D*.udp en D*.udv), dat na afloop van het inkorven moet worden aangemaakt, te vergelijken met die uit het UDP-wedvluchtbestand (W*.udp en W*.udv) dat ook de aankomsten bevat. Hierbij mogen alleen de controlegetallen van de klokrecords en de duifrecords veranderd zijn.
Vooral het ‘Controlegetal Inkorving’ is van belang. Het “controlegetal inkorving” zal onder normale omstandigheden nadat het inkorven is afgesloten niet meer veranderen. In het uiteindelijke Wedvlucht UDP-bestand – dat wordt aangemaakt nadat de aankomsten ingevoerd zijn – zal deze waarde gelijk zijn aan die in het Deelname UDP-bestand dat wordt aangemaakt direct na inkorven. Als deze waarden niet overeenkomen is dat een aanwijzing dat er wijzigingen zijn aangebracht. Uitgangspunt hierbij is dat reeds bij inkorving van iedere deelnemer alle duiven worden ingebracht zodat ze aanwezig zijn in het Deelname UDP-bestand. (Dit is nieuw ten opzichte van voorgaande jaren).

De procedure voor het digitaal aanleveren van wedvluchtgegevens bestaat dus uit de volgende disciplines:

  1. na het inkorven
  2. na het afslaan
  3. controle na aanmaken van A en B en na ontvangst van A en B.
A. Digitaal beveiligen na inkorven
Bij de ontwikkeling van de handmatige poulebrief is rekening gehouden met beveiliging van inkorfgegevens. Immers van het tweede blad werd de rechterzijde (ringnummers en poules) reeds met inkorven veilig gesteld om fraude te kunnen controleren. Dit uitgangspunt geldt ook voor digitale beveiliging.

Elektronische klokken: uitlezen en/of handmatig de gegevens (alle poules en alle ringnummers van alle duiven) opslaan in de verenigingscomputer.
Overige klokken: poules invoeren en de ringnummers van alle duiven.
Nogmaals dit is nieuw het betreft namelijk alle ringnummers van de ingekorfde duiven.

Daarna kunnen de wedvluchtgegevens na het inkorven via e-mail of diskette worden verzonden naar het rekenbureau die deze gegevens apart veilig stelt.

B. Digitaal inzenden na afslaan
Na het afslaan worden alle concoursgegevens vastgelegd.

Elektronische klokken: uitlezen en/of de gegevens (alle tijden en alle ringnummers) opslaan in de verenigingscomputer (poulegegevens worden niet meer uitgelezen).
Overige klokken: poules en ringnummers zijn al ingevoerd, dus alleen de tijden aanvullen.

Via de digitale verzending naar het rekenbureau worden de gegevens vastgelegd voor de uitslagberekening.

C. Digitaal controlesysteem
Nadat na de wedvlucht alle digitale gegevens zijn aangemaakt en/of ingezonden, kan er een vergelijk worden gemaakt tussen de inkorfgegevens en de wedvluchtgegevens en mogelijke verschillen kunnen bij de betreffende organisatie worden gemeld middels een verschillenlijst.
Hierop komt een melding op liefhebbersniveau indien:
  1. een poule afwijkt
  2. een ringnummer afwijkt
  3. het aantal duiven afwijkt
  4. er geen inkorfgegevens zijn maar wel afslaggegevens
  5. er geen afslaggegevens zijn maar wel inkorfgegevens
  6. elektronische constateringen naderhand zijn bewerkt.
Slot
Voor de volledigheid vermelden we hier nogmaals de belangrijkste reglementsartikelen m.b.t. verzenden en bewaren wedvluchtgegevens.

Wij wijzen u erop, dat niet naleving van deze reglementen uitsluiting van het concours tot gevolg kan hebben. Dit vliegseizoen zal dan ook extra op naleving van onze reglementen, en dan vooral op het tijdig insturen van de digitale wedvluchtgegevens betreffende de inkorving, worden gecontroleerd.


VERZENDING WEDVLUCHTBESCHEIDEN NA INKORVING EN NA AANSLAAN
Artikel 18 (i 86/zo 112/113/149)
1.
Indien aanlevering niet via e-mail of diskette plaatsvindt, dan worden binnen vierentwintig uur na inkorving, in ieder geval op een tijdstip voordat de aan de wedvlucht deelnemende duiven in vrijheid zijn gesteld, aan het adres van de door de wedvluchtorganiserende instantie aangewezen functionaris verzonden het origineel of een duplicaat van:
 
a.
de uniforme inkorflijsten;
 
b.
de telstaat;
 
c.
de prints uit de elektronische constateersystemen;
 
d.
eventueel andere terzake dienende papieren;
 
e.
indien overeenkomstig Artikel 84, lid 2 van dit reglement door de wedvluchtorganiserende instantie wordt gevraagd: de souches en stukgesprongen gummiringen.
     
2.
Afhankelijk van de door de wedvluchtorganiserende instantie verstrekte aanvullende voorschriften worden de originele bescheiden of duplicaten daarvan verzonden.
     
3.
Alle bescheiden worden in een enveloppe gesloten, waarvan over de sluiting de handtekeningen van twee daartoe bevoegde functionarissen worden geplaatst.
Dit geldt bij het verzenden van alle op enige wedvlucht betrekking hebbende bescheiden en/of voorwerpen.
     
4.
Als verzending of afgifte aan betrokken functionaris niet mogelijk is binnen de in lid 1 van dit artikel vermelde termijn, worden met de betrokken functionaris andere afspraken gemaakt. Deze afspraken maken het onmogelijk dat een deelnemer toegang heeft tot de in lid 1 van dit artikel genoemde wedvluchtbescheiden.
     
5.
Voor Basisverenigingen die voor het verzenden van wedvluchtgegevens gebruik maken van e-mail of diskette gelden de volgende regels:
 
a.
de elektronische constateersystemen worden uitgelezen en de gegevens worden door middel van door Bestuur N.P.O. toegelaten software opgeslagen in de verenigingscomputer.
 
b.
worden de elektronische systemen niet ingelezen dan worden alle poules en ringnummers van de elektronisch ingekorfde duiven handmatig in de computer ingebracht;
 
c.
alle poules en de ringnummers van de ingekorfde duiven die voorzien zijn van een gummiring, worden handmatig in de computer ingebracht;
 
alle wedvluchtgegevens worden in een UDP-bestand op de dag van inkorving via e-mail of diskette aan de rekenaar/het rekenbureau gestuurd.
     
6.
Een controlestrookje van de te gebruiken klokrol wordt afgescheurd, waarop vermeld staat het kloknummer, klokrolletters en -nummer, naam van de deelnemer, wedvlucht en datum. Dit strookje wordt onmiddellijk na het aanslaan samen met het tweede exemplaar van de klokkenverzamelstaat aan de wedvluchtorganiserende instantie gezonden. Het gestelde in lid 4 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.
VERZENDING WEDVLUCHTBESCHEIDEN NA AFLOOP WEDVLUCHT
Artikel 19 (i 129/zo 86/113)
1.
De wedvluchtbescheiden van inkorfcentra die niet via e-mail of diskette aanleveren na afloop van een wedvlucht, moeten worden verzonden binnen vierentwintig uur na het einde van de wedvlucht aan de door de wedvluchtorganiserende instantie aangewezen functionaris. Het verzenden van de bescheiden -waarin begrepen de wijze waarop- vindt plaats volgens voorschriften van de wedvluchtorganiserende instantie, binnen de in de vorige zin genoemde termijn.
     
2.
De in het eerste lid van dit artikel genoemde te verzenden wedvluchtbescheiden kunnen zijn:
 
a.
het origineel of een duplicaat van de inkorflijst waarop de tijdgegevens van de geconstateerde duiven zijn ingevuld;
 
b.
de volledig ingevulde klokbanden of tijdbanden;
 
c.
de nummers van de gummiringen;
 
d.
de klokkenlichtstaat;
 
e.
het eerste exemplaar van de klokkenverzamelstaat;
 
f.
de prints uit de elektronische constateersystemen;
 
g.
alle andere bescheiden die de wedvluchtorganiserende instantie nodig acht.
     
3.
De wedvluchtorganiserende instantie deelt voor de wedvlucht aan de inkorfcentra mede welke bescheiden dienen te worden verzonden.
     
4.
Indien tijdige verzending van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde bescheiden aan de betrokken functionaris onmogelijk is, worden zo spoedig mogelijk andere afspraken gemaakt.
     
5.
Indien de in het eerste lid van dit artikel bedoelde bescheiden op meer dan één wedvlucht betrekking hebben, vindt verzending plaats overeenkomstig de in Artikel 21 van dit reglement bepaalde voorrang.
     
6.
Voor Basisverenigingen die voor het verzenden van wedvluchtgegevens gebruik maken van e-mail of diskette gelden de volgende regels:
 
a.
de elektronische constateersystemen worden uitgelezen en de gegevens worden door middel van door Bestuur N.P.O. toegelaten software opgeslagen in de verenigingscomputer. Worden de elektronische systemen niet ingelezen dan dient men de handelwijze onder b. van dit artikel te volgen;
 
b.
de aankomsttijden van de duiven die van belang zijn voor de wedvlucht, worden handmatig in de verenigingscomputer ingebracht;
 
c.
alle wedvluchtgegevens worden in een UDP-bestand op de dag dat de wedvlucht afgelopen is via e-mail of diskette aan de rekenaar/het rekenbureau gestuurd.
TOEGANG TOT WEDVLUCHTBESCHEIDEN/OVERMAKEN GELDEN
Artikel 20 (i 130/zo 86)
1.
Bestuur Basisvereniging aan wie een inkorfcentrum is toegekend en Bestuur wedvluchtorganiserende instantie zorgen voor een zodanige regeling dat het een deelnemer onmogelijk is toegang te hebben tot zowel het origineel als ook tot het duplicaat (de duplicaten) van geheel of gedeeltelijk ingevulde bescheiden als bedoeld in de Artikelen 18 en 19 van dit reglement.
     
2.
Alle bescheiden worden in een enveloppe gesloten, waarvan over de sluiting de handtekeningen van twee daartoe bevoegde functionarissen worden geplaatst.
     
3.
Het overmaken van de verschuldigde gelden -de manier en het tijdstip waarop dit dient te gebeuren- vindt plaats volgens voorschriften van de wedvluchtorganiserende instantie(s).
BEWAREN WEDVLUCHTBESCHEIDEN
Artikel 22 (i 89/zo 84)
Iedere inkorflijst, klokkenlichtstaat, aankomstlijst, telstaat, uitslag en alle op de wedvlucht betrekking hebbende bescheiden, worden tenminste een jaar na de betreffende wedvlucht door de wedvluchtorganiserende instantie, aan wie de bescheiden zijn toegezonden, bewaard.
Voor de souches geldt een bewaarplicht tot na de reclametermijn van de wedvlucht waarop de bijbehorende gummiringen zijn gebruikt.
Belangrijk is nog de vermelding, dat alleen de onderstaande programma’s het UDP-formaat volledig hebben geïmplementeerd in hun software en dus door Bestuur NPO volgens Artikel 197 lid 2 zijn toegelaten en dan ook gebruikt mogen worden.
Dit zijn voor vliegseizoen 2008 de volgende programma’s:
Das!2000 van Frans Huynen, WinVer en Autokon van Gerard van Balveren ofwel Compuclub, PrSys van Cees Epping en Venira van Jack Janssen.
Indien eventuele bugs of andere kleine mankementen nog zullen worden geconstateerd, dan zullen deze door de betreffende programmeurs alsnog via een update worden verholpen. U dient dan ook hun website regelmatig te controleren voor eventuele belangrijke updates.
Tenslotte zou ik nog willen opmerken:
Poulebrieven en prints elektronische constateersystemen zijn en blijven onze
officiële wedvluchtbescheiden.

Bestuur NPO
Piet van Gils


 

Bijgewerkt op 11 april 2008 om 14:35 uur

Scroll naar boven